Hoe we de klimaatuitdagingen aanpakken

CO2

Onze roadmap naar een koolstofarme economie

Bij Vanheede streven we naar verantwoorde waardecreatie. Soms houdt waardevermeerdering in dat we datgene wat overbodig is, verwijderen. Vanuit pragmatisch perspectief betekent de toepassing van dit principe op de wereldwijde klimaatnood dat we als organisatie eerlijk en kritisch moeten kijken naar onze eigen excessen. Hoe beïnvloeden onze activiteiten, en bijgevolg de oplossingen die we aan onze klanten bieden, het mondiale klimaat, zowel positief als negatief? Hoe kunnen we onze negatieve impact beperken? Hoe kunnen we onze positieve impact een boost geven? Hoe kunnen we als Vanheede bijdragen aan een koolstofarme economie?

De ambitie van Vanheede is om de positieve klimaatimpact van de afvalsector te maximaliseren. De lancering van het programma ‘Carbon Smart Economy’ in 2019 was de eerste stap om dit engagement tastbaar te maken. Het programma heeft tot doel inzicht te krijgen in onze klimaatvoetafdruk en te werken aan klimaatneutrale handelspraktijken. Het programma ‘Carbon Smart Economy’ bestaat uit vier subprogramma’s: ‘Carbon modelling’ (modelleren met koolstof), energietransitie in processen, energietransitie in transport en hernieuwbare energie. De bedoeling is om ons in staat te stellen zinvolle stappen te zetten om onze ecologische voetafdruk te verminderen, zowel in onze processen als in het transport, en om onze klanten te helpen hetzelfde te doen.

In 2022 zijn we op zoek gegaan naar een langetermijnpartner met een uitgebreide expertise op het gebied van klimaat en duurzaamheid om ons te ondersteunen bij het behalen van de doelstellingen van een koolstofarme economie. We wilden een partner die ons zou helpen om eerlijk te kijken naar de figuurlijke olifant in de kamer – onze eigen emissies. We hebben gekozen voor Greenfish, onderdeel van Accenture, vanwege hun diepgaande expertise op het gebied van duurzaamheid en klimaat. Door hun CO2-berekening en -rapportage heeft Greenfish onze huidige emissiehotspots geïdentificeerd. Dit resulteerde in zowel inzicht als een oproep tot actie. Enkele procenten van onze totale uitstoot wordt toegeschreven aan de elektriciteit die Vanheede aankoopt. Een derde van onze emissies komt voort uit het gebruik van fossiele brandstoffen door vrachtwagens en andere voertuigen. Cruciaal is dat meer dan de helft van onze emissies afkomstig is van onze upstream- en downstream-partners in de waardeketen, voornamelijk bij de aankoop van gebruiks- en kapitaalgoederen.

Er is nog veel werk aan de winkel. De noodzaak van samenwerking doorheen onze waardeketen is duidelijk. We streven ernaar om op een realistische en haalbare manier een klimaatslimme visie toe te passen en hanteren hierbij een klimaatgerichte aanpak om klimaatneutrale energiesystemen te creëren. Via het programma ‘Carbon Smart Economy’ willen we niet alleen intern veranderingen stimuleren, maar ook andere afvalbeheerbedrijven aanmoedigen om meer verantwoordelijkheid te nemen voor klimaatverandering.

De samenwerking met een ervaren partner heeft als voordeel dat we geconfronteerd worden met de wetenschappelijk onderbouwde realiteit van onze milieu-impact. Onze focus voor de toekomst is gericht op het ontwikkelen van ambitieuze, maar realistische doelstellingen en concrete actieplannen om onszelf te verbeteren. Door onze blijvende samenwerking met Greenfish hopen we ons op een zinvolle manier in te zetten voor de transitie naar een circulaire koolstofeconomie, met name door meetstrategieën te ontwikkelen om de klimaatvriendelijkheid van onze activiteiten en producten verder te beoordelen.

We nodigen u graag uit om dit traject in detail te ontdekken.

De ‘Carbon Modelling Journey’ van Vanheede met Greenfish, onderdeel van Accenture

Waarom doet Vanheede dit?

De drijfveer van Vanheede om haar klimaatimpact aan te pakken kunnen we samenvatten in drie punten doorheen haar waardeketen:

  • Wat betekent dit voor ons?
    Vanheede wil haar klimaatimpact begrijpen door de uitstoot van broeikasgassen die voortkomen uit haar eigen activiteiten, te berekenen en zo haar corporate inventaris op te maken. Een corporate emissie-inventaris omvat alle BKG-emissies waarvoor een bedrijf direct en indirect verantwoordelijk is. Zonder het bedrijf zouden deze broeikasgassen niet zijn uitgestoten. Deze emissie-inventaris wordt jaarlijks bijgewerkt om de evolutie van de emissies weer te geven en Vanheede te helpen deze effectief te verminderen.
     
  • Wat betekent dit voor de sector?
    Vanheede droomt ervan om verandering teweeg te brengen in de afvalsector door rapportagestandaarden op te stellen en best practices te ontwikkelen. De afvalsector heeft dringend behoefte aan duidelijke en uniforme standaarden voor de rapportage en berekening van BKG-emissies.
     
  • Wat betekent dit verder in onze waardeketen? 
    Vanheede hoopt haar unieke positie binnen de afvalsector te benutten om upstream en downstream-partners in de waardeketen te overhalen en hen meetgegevens te verschaffen, die hen op hun beurt zullen helpen om ook hun milieueffect te verminderen.

Hoe hebben we deze specifieke oefening aangepakt voor Vanheede?

De eerste stap in het traject voor de berekening en rapportage was de voltooiing van de corporate emissie-inventaris van het basisjaar, om zo een referentiepunt te creëren voor toekomstige metingen. Deze oefening werd herhaald voor 2022, terwijl we tegelijkertijd de gegevensinvoer stroomlijnden en de berekeningsmethoden verder verfijnden.

Maar laten we eerst een stap terugnemen om de uitdagingen van deze oefening te begrijpen, voordat we in detail ingaan op de resultaten. Via een duidelijke, stapsgewijze aanpak en in overeenstemming met de organisatie tackelden we de uitdagingen door middel van verschillende gesprekken en workshops gedurende het proces.

“Binnen de afvalsector bestaat er geen uniformiteit qua berekening en rapportage van BKG-emissies. Dit is voornamelijk te wijten aan de complexiteit van de waardeketen in de afvalsector en de onduidelijkheid over de emissies waarvoor de afvalverwerkingsbedrijven verantwoordelijk zijn. Om ervoor te zorgen dat onze aanpak solide is en door andere sectorpartners kan worden overgenomen, houdt de broeikasgasinventaris van Vanheede zich strikt aan het GHG Protocol. Om dit algemene kader toe te passen op de specifieke situatie van Vanheede, zijn er aanzienlijke inspanningen geleverd om de waardeketen van Vanheede te begrijpen en om de materiële emissiebronnen te identificeren.” – Kim Delvoye, Marketing & Communication Manager

Scope en grenzen

De bepaling van de scope en de grenzen garandeert een realistisch beeld van de uitstoot van broeikasgassen van een bedrijf en helpt zowel interne als externe gebruikers om beslissingen te nemen. Het stellen van duidelijke grenzen heeft ons geholpen om te bepalen wat we moesten meten en rapporteren op basis van bepaalde parameters.

Geografische scope
België & Frankrijk

Basisjaar
2021

Operationele scope
13 sites, 12 juridische entiteiten & 9 Business units

Emissietype
Antropogene & biogene emissies

De scopes van de inventaris van Vanheede zijn gebaseerd op vier parameters. Op geografisch vlak richt de emissie-inventaris zich op de activiteiten van Vanheede in België en Frankrijk. Op operationeel niveau zijn 13 Vanheedesites, 12 juridische entiteiten en 9 Business Units in rekening genomen. De rapportage op deze drie niveaus bleek ingewikkeld, maar cruciaal om bruikbare inzichten te genereren op het niveau van de site, de juridische entiteit en de Business Unit, en zo geïnformeerde beslissingen te nemen op het laagste organisatieniveau. Het jaar 2021 is gekozen als basisjaar, op basis van de beschikbaarheid en representativiteit van de gegevens (Vanheede heeft weinig impact ondervonden van de COVID-19-pandemie).

De unieke activiteiten van Vanheede, inherent verbonden met de veelzijdigheid ervan, brachten verschillende uitdagingen met zich mee. Het onderscheid tussen antropogene en biogene emissies is hiervan een goed voorbeeld. Niet alleen de antropogene emissies veroorzaakt door menselijke activiteit vallen binnen de scope, ook de natuurlijke biogene emissies werden berekend, zij het apart gerapporteerd. Dit laatste is met name relevant voor Vanheede vanwege de stortplaats en de vergistingsactiviteiten, evenals het gebruik van biobrandstof.

Biogene en antropogene emissies op de stortplaats in Rumbeke

Rumbeke is de Vanheede-site die zich toelegt op de stortactiviteiten. Het storten van afval in stortplaatsen genereert stortgas als gevolg van de afbraak van het afval.

Dit stortgas bestaat voornamelijk uit CO2 en CH4. Onder natuurlijke omstandigheden leidt de aerobe afbraak (in een natuurlijke omgeving waar zuurstof aanwezig is) van organisch materiaal tot biogene CO2- emissies. Echter, als direct gevolg van menselijke activiteit, wordt door het storten een anaerobe omgeving (zonder vrije zuurstof) gecreëerd. Hierdoor wordt het organische afval gedeeltelijk anaeroob afgebroken en ontstaan er antropogene CH4-emissies. In Rumbeke zorgen afzuigleidingen ervoor dat het merendeel van het stortgas wordt opgevangen (met een rendement van ongeveer 95%), waarna het gas wordt opgewaardeerd tot aardgas of gebruikt wordt voor elektriciteitsopwekking. Tijdens de aerobe verbranding in een warmtekrachtkoppelingsinstallatie bindt de koolstof, die opgeslagen is in de organische stof, zich met zuurstof en wordt deze vrijgegeven in de vorm van biogene CO2- emissies.

Mapping & gegevensverzameling

Het berekenen van de broeikasgasemissies van Vanheede vereiste het modelleren van de activiteiten van de organisatie en het verzamelen van gegevens uit verschillende bronnen. Dit was het resultaat van een samenwerkingsproces waarbij belanghebbenden uit verschillende disciplines betrokken waren. Het hele proces volgde de vijf principes van relevantie, volledigheid, consistentie, transparantie en nauwkeurigheid, zoals bepaald door het GHG Protocol.

Het volledige proces omvatte vijf stappen:

  1. Op basis van de eerste gesprekken met het projectteam identificeerden we alle relevante emissiebronnen. Dit betekent dat we niet alleen keken naar de emissiebronnen die op alle locaties aanwezig zijn, maar ook naar de specifieke emissiebronnen per site.
  2. We organiseerden sitebezoeken om een beter inzicht te krijgen in de activiteiten van Vanheede en om alle site-specifieke emissiebronnen duidelijk in kaart te brengen, met als doel volledigheid te waarborgen.
  3. Binnen de organisatie werden 19 contactpersonen van verschillende afdelingen aangewezen om de gegevens van 19 emissiecategorieën te verzamelen. De betrokkenheid van medewerkers uit de hele organisatie zorgt ervoor dat mensen van alle afdelingen zich bewust zijn van de oefening en de nodige gegevens, en garandeert zo consistentie in de gegevensverzameling voor de komende jaren.
  4. We namen interviews af bij elke contactpersoon om de emissiebronnen te bespreken, waardoor we over de meest nauwkeurige cijfers en meest gedetailleerde gegevens beschikten voor de berekeningen.
  5. We planden vervolgvergaderingen om gegevenslacunes te bespreken en oplossingen te vinden om deze te dichten. Deze nauwe samenwerking zorgt ervoor dat we alle aannames, benaderingen en extrapolaties transparant kunnen bekendmaken.

Wat gebeurt er met het afval dat Vanheede verwerkt?

Naar de letter van het GHG Protocol is het rapporterende bedrijf in theorie verantwoordelijk voor alle verkochte producten. In werkelijkheid is er echter een significant verschil in de controle die Vanheede over deze emissies heeft. Er is een duidelijke scheiding gemaakt tussen de end-of-life emissies van producten die zonder Vanheede niet zouden bestaan, en producten die – ongeacht het bestaan van Vanheede – zouden bestaan. 

De eerste categorie omvat alle producten die essentieel zijn voor de dagelijkse activiteiten van Vanheede, zoals containers, zakken, etc. De end-of-life emissies bij het verwerken van deze goederen worden opgenomen in de inventaris van Vanheede. Alle andere verkochte producten – in feite het ingezamelde afval door Vanheede – vallen buiten de scope van de emissie-inventaris van Vanheede. Alternatieve producten, zoals AlterCoal, die door Vanheede worden geproduceerd op basis van afval gegenereerd door upstream klantbedrijven, worden stricto senso uitgesloten van de inventaris. Ook andere ingezamelde afvalstoffen die door Vanheede worden gesorteerd en naar verwerkingspartners worden vervoerd, vallen buiten de scope.

Emissie-inventaris: bepalen wat onder Scope 1, 2 en 3 valt

Alle 19 emissiecategorieën die als relevant zijn geïdentificeerd, zijn op basis van de kenmerken van de emissiebron gegroepeerd onder de juiste scope. Bovendien geven de scopes de mate van controle aan die Vanheede uitoefent op deze emissies, waarbij Scope 1 staat voor het hoogste niveau van controle en Scope 3 voor het laagste niveau.

Scope 1 omvat de emissies die ontstaan tijdens de verbranding van gas en brandstof in de activa die in het bezit zijn van Vanheede (inclusief installaties en voertuigen). Vanheede is hiervoor verantwoordelijk en kan direct actie ondernemen op deze emissies door strategische beslissingen te nemen, zoals de omschakeling naar elektrische voertuigen.

Hetzelfde geldt voor de emissies in Scope 2, zij het in mindere mate. Vanheede is indirect verantwoordelijk voor de emissies die voortkomen uit het elektriciteitsverbruik van haar gebouwen en voertuigen, maar heeft nog steeds een aanzienlijke invloed via haar aankoop van elektriciteit.

Onder een lager controleniveau, Scope 3, vallen de broeikasgassen die worden uitgestoten door tier 1-leveranciers en klanten van Vanheede. Vanwege de contractuele overeenkomsten met haar leveranciers en klanten heeft Vanheede nog steeds aanzienlijke invloed op haar partners om hen aan te moedigen om te werken aan de reductie van hun emissies. Door de unieke positie van Vanheede in de waardeketen van afvalbeheer was één van de belangrijkste uitdagingen het bepalen van welke verkochte producten – en hun end-of-life emissies – aan Vanheede toe te schrijven zijn. Binnen Scope 3 zijn de investeringen in vaste activa gegroepeerd in een aparte subcategorie, Scope 3b genaamd. Aangezien Vanheede van plan is om de komende jaren aanzienlijke investeringen te doen, heeft het bedrijf minder invloed op de vermindering van deze emissies in absolute termen. De emissies van nieuwe gebouwen en installaties vallen ook onder Scope 3, maar het creëren van een aparte categorie maakt het mogelijk om eventuele grote schommelingen in de jaarlijkse groeikasgasinventaris op corporate niveau te rechtvaardigen.

Resultaten en wat ze (kunnen) betekenen voor ons, anderen en iedereen

De emissie-inventaris voor 2021 en 2022 van Vanheede*

De emissie-inventarisgegevens tonen aan dat de uitstoot van Vanheede in totaal 56.494 ton CO2e bedroeg in 2021. Dit komt overeen met de jaarlijkse voetafdruk van 6.000 Belgische burgers of 30.000 auto’s op de Belgische wegen.

Een derde van deze emissies is afkomstig van het transport van afval door de voertuigen van Vanheede (Scope 1). De emissies die worden toegeschreven aan de aangekochte elektriciteit door Vanheede vertegenwoordigen slechts 4% van de inventaris (Scope 2). De overige 57% van de emissies zijn afkomstig van upstreamen downstream-partners in de waardeketen van Vanheede (Scope 3), voornamelijk als gevolg van de aankoop van verbruiks- en kapitaalgoederen.

In 2022 geeft de emissie-inventaris van Vanheede 60.660 ton CO2e aan, wat een stijging van 10% is ten opzichte van het basisjaar 2021. Er zijn twee belangrijke factoren die deze stijging verklaren:

  • De resultaten van Scope 1 liggen in 2022 3.000 tCO2 hoger. Dit verschil kan worden toegeschreven aan de emissies van de vergistingsinstallatie, meer bepaald de opschaling van het gegenereerde biogas naar aardgas. Dit proces is opgestart in augustus 2021, waardoor de procesemissies en vluchtige emissies voor 2021 zijn onderschat. De cijfers van 2022 zijn volledig en representatief voor de volledige 12 maanden.
  • De resultaten van Scope 3 liggen in 2022 1.000 tCO2 hoger, als gevolg van een toename in de aankoop en de end-of-life verwerking van consumptiegoederen. Vanheede-klanten maken vaker gebruik van wegwerpzakken en kleine containers, wat zich tweemaal weerspiegelt in Scope 3, in de vorm van cradle-to-gate emissies bij de productie en de verwerking van de gebruikte producten aan het einde van hun levensduur.

* ESRS Disclosure Requirement E1-6: Gross Scopes 1, 2, 3 and Total GHG emissions

  • EIGEN – Hotspots en reductiepotentieel
    De focus van de reductie-inspanningen van Vanheede zal liggen op de belangrijkste emissiebronnen of de zogenaamde hotspots. Hierbij kunnen decarbonisatie-inspanningen het grootste effect hebben. Voor Vanheede zijn de drie meest relevante emissiebronnen de brandstofverbranding in hun vrachtwagens, de aankoop van goederen en de uitbestede logistiek. Vanheede onderzoekt verschillende mogelijkheden om deze hotspots te reduceren. Voor vrachtwagens wordt bijvoorbeeld gekeken naar het verhogen van het aandeel biobrandstof, het gebruik van alternatieve brandstoffen of het verbeteren van de routeplanning in de logistiek om het aantal gereden kilometers te verminderen. Voor bedrijfswagens is er al een decarbonisatieproces geïmplementeerd door de overstap naar elektrische voertuigen, met name door laadpalen op de Vanheedesites te installeren. Vanheede streeft naar de installatie van 146 oplaadpunten tegen eind 2025. Ten slotte worden er met betrekking tot de emissies die verband houden met de aankoop van goederen maatregelen onderzocht, zoals het verlengen van de levensduur van verbruiksproducten, waardoor de vraag naar nieuwe producten afneemt, of het aankopen van goederen die op een duurzamere manier zijn geproduceerd, bijvoorbeeld met een hoger gehalte aan gerecycleerd materiaal.
  • ANDERE – Uniforme rapportage om de prestaties van de sector te analyseren
    Ondanks de grote verschillen binnen de afvalsector dient het hierboven beschreven proces (gestandaardiseerd volgens het GHG-protocol) als een blauwdruk voor sectorgenoten om hen te helpen bij de evaluatie van hun eigen corporate emissie-inventaris. De intensiteitsmetingen maken het op hun beurt mogelijk om de spelers binnen de afvalsector met elkaar te vergelijken. Uniforme standaarden voor de berekening en rapportage zullen het nemen van geïnformeerde beslissingen vergemakkelijken en zo de transitie naar een koolstofarme economie versnellen.
  • ALLE – Verder dan de emissie-inventaris van Vanheede 
    De emissie-inventaris van Vanheede omvat alle broeikasgasemissies waarvoor Vanheede direct en indirect verantwoordelijk is. Zonder Vanheede zouden deze broeikasgassen niet zijn uitgestoten. Het gaat hier uitsluitend om de negatieve klimaatimpact. Vanheede opereert echter niet in een vacuüm, maar eerder als een centrale speler binnen een complexe waardeketen. De activiteiten van Vanheede brengen ook positieve klimaatimpact met zich mee in de downstream waardeketen.
    Vanheede investeert energie in het verzamelen, sorteren en verwerken van afval, waardoor andere spelers in de waardeketen emissies kunnen besparen. Zonder Vanheede zouden deze broeikasgassen nog steeds worden uitgestoten. Vanheede fungeert echter als een facilitator om emissies te voorkomen. Om een volledig beeld te krijgen van de klimaatimpact van Vanheede moeten dus ook de vermeden emissies - de andere kant van de medaille - worden berekend.
    In feite zijn er twee stromen van vermeden emissies te onderscheiden. Ten eerste zijn er de afvalstoffen die Vanheede zelf verwerkt tot eindproducten (bv. AlterCoal) of tussenproducten (bv. AlterPlast). Deze producten vervangen primaire producten en verminderen dus de emissies van de klant. Ten tweede zijn er de afvalstoffen die Vanheede sorteert, maar niet zelf verwerkt. Door een efficiënter verwerkingsproces mogelijk te maken, wordt de totale uitstoot van broeikasgassen bij de verwijdering verminderd, waardoor de klimaatimpact van de hele waardeketen verlaagd.

 

In een volgende stap zal Vanheede de totale uitstoot van broeikasgassen van alle afval dat via Vanheede passeert, beoordelen. Door de vergelijking te maken met de status quo (alsof Vanheede niet zou bestaan) zullen de vermeden emissies van alle afvalstromen worden berekend. Deze cijfers bieden niet alleen waardevolle inzichten voor de upstream- en downstreamklanten van Vanheede, maar maken het ook mogelijk om de werkelijke ‘netto’ klimaatimpact van Vanheede te berekenen.

Wat heeft de toekomst in petto?

Door middel van de drie focuspunten streeft Vanheede ernaar om de positieve klimaatimpact van de afvalsector en haar klanten te maximaliseren.

De emissie-inventaris voor 2021 en 2022 van Vanheede geeft al een overzicht van waar het grote reductiepotentieel ligt voor hun eigen activiteiten. Dit stelt ons in staat om strategisch het potentieel van alle reductiemogelijkheden te evalueren en er prioriteiten aan toe te kennen. Op basis hiervan zal een reductieplan worden opgesteld. Dat zal fungeren als een blauwdruk voor de bijdrage van Vanheede aan netto-nul. Vanheede is al begonnen met de geleidelijke implementatie van enkele van de bovengenoemde maatregelen. De komende jaren zal dit zich weerspiegelen in de broeikasgasinventaris.

Verder worden er momenteel inspanningen geleverd om de dataverzameling te verbeteren. In combinatie met betere berekeningsmethoden zal dit de nauwkeurigheid van de corporate broeikasgasinventaris jaar na jaar verhogen. Via transparante communicatie hoopt Vanheede bij te dragen aan duidelijke en uniforme rapportagestandaarden voor de hele afvalsector. Bovendien wil Vanheede de uitdaging aangaan om de vermeden emissies dankzij haar activiteiten te berekenen. Dit volledige netto overzicht zal het voor Vanheede gemakkelijker maken om de potentiële impact van reductiemaatregelen te beoordelen, maar het stelt ook klanten in staat om hun emissies in verband met het gegenereerde afval te beoordelen en hen te helpen geïnformeerde beslissingen te nemen om deze afvalemissies te verminderen.

“Dit was een ingewikkeld project met heel wat uitdagingen, waarvan de meeste zijn aangekaart. Dat is wel wat je mag verwachten bij de start van een ‘carbon journey’, dat eerder een marathon is dan een sprint. Als Greenfish vinden we het essentieel om de belangrijkste drijfveren van elke organisatie die we begeleiden bij hun transitie te begrijpen. Na vele gesprekken met Vanheede zijn we ervan overtuigd dat het bedrijf verder wil gaan dan het verminderen van de eigen negatieve impact. Vanheede kijkt naar de impact van klimaatverandering op een bredere schaal. Ze realiseren zich dat het bedrijf een unieke positie heeft om de transitie binnen de markt te stimuleren. We vinden dit bewonderenswaardig en inspirerend, en we wensen Vanheede veel succes bij het behalen van dit wetenschappelijk onderbouwde doel in hun koolstofarme toekomst!” - Johanna Delmelle, Project Manager at Greenfish, Part of Accenture